Jesaja 18 1. Wee het land van vleugelgegons aan de overzijde der rivieren van Ethiopie, 2. dat boden overzee zendt, in biezen boten over de wateren. Gaat, snelle gezanten, tot een rijzig en glanzend volk, tot een natie, wijd en zijd gevreesd, een volk, heerszuchtig en wreed, welks land rivieren doorsnijden. 3. Alle inwoners der wereld en bewoners der aarde, wanneer men de banier opheft op de bergen, zult gij het zien, en wanneer men de bazuin blaast, zult gij het horen. 4. Want aldus heeft de Here tot mij gezegd: Ik blijf rustig en zie uit mijn woonplaats toe als de stralende hitte bij zonneschijn, als een nevel van dauw in de hitte van de oogsttijd. 5. Want voor de oogst, als de bloei voorbij is en de bloesem tot rijpende druif wordt, zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden en de loten wegnemen en afkappen. 6. Tezamen worden zij achtergelaten voor de roofvogels der bergen en het gedierte der aarde, en de roofvogels zullen daarop de zomer doorbrengen en al het gedierte der aarde daarop de winter. 7. Te dien tijde zal een geschenk gebracht worden aan de Here der heerscharen door een rijzig en glanzend volk, door een volk, wijd en zijd gevreesd, een volk, heerszuchtig en wreed, welks land rivieren doorsnijden, naar de plaats van de naam van de Here der heerscharen, de berg Sion. Jesaja 19 1. De Godsspraak over Egypte. Zie, de Here rijdt op een snelle wolk en komt naar Egypte; dan beven de afgoden van Egypte voor Hem en het hart van Egypte versmelt in zijn binnenste. 2. Dan zal Ik Egyptenaren tegen Egyptenaren ophitsen, zodat ieder van hen strijdt tegen zijn broeder en ieder tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk; 3. en Egypte zal zijn bezinning verliezen en Ik zal zijn voornemen verijdelen. Dan zal men de afgoden vragen, de bezweerders, de geesten van doden en de waarzeggende geesten. 4. En Ik zal Egypte overgeven in de macht van een hardvochtig heer, en een gestreng koning zal daarover heersen, luidt het woord van de Here, de Here der heerscharen. Isaias 18 1. Ai da terra do roçar das asas, que está além dos rios da Etiópia; 2. que envia embaixadores por mar em navios de junco sobre as águas, dizendo: Ide, mensageiros velozes, a um povo de alta estatura e de tez luzidia, a um povo terrível desde o seu princípio, a uma nação forte e vitoriosa, cuja terra os rios dividem! 3. Vede, todos vós, habitantes do mundo, e vós os moradores da terra, quando se arvorar a bandeira nos montes; e ouvi, quando se tocar a trombeta. 4. Pois assim me disse o Senhor: estarei quieto, olhando desde a minha morada, como o ardor do sol resplandecente, como a nuvem do orvalho no calor da sega. 5. Pois antes da sega, quando acaba a flor e o gomo se torna uva prestes a amadurecer, ele cortará com foices os sarmentos e tirará os ramos, e os lançará fora. 6. Serão deixados juntos para as aves dos montes e os animais da terra; e sobre eles veranearão as aves de rapina, e todos os animais da terra invernarão sobre eles. 7. Naquele tempo será levado um presente ao Senhor dos exércitos da parte dum povo alto e de tez luzidia, e dum povo terrível desde o seu princípio, uma nação forte e vitoriosa, cuja terra os rios dividem; um presente, sim, será levado ao lugar do nome do Senhor dos exércitos, ao monte Sião. Isaias 19 1. Profecia acerca do Egito. Eis que o Senhor vem cavalgando numa nuvem ligeira, e entra no Egito; e os ídolos do Egito estremecerão diante dele, e o coração dos egípcios se derreterá dentro de si. 2. Incitarei egípcios contra egípcios; e cada um pelejará contra o seu irmão, e cada um contra o seu próximo, cidade contra cidade, reino contra reino. 3. E o espírito dos egípcios se esvaecerá dentro deles; eu destruirei o seu conselho; e eles consultarão os seus ídolos, e encantadores, e necromantes e feiticeiros. 4. Pelo que entregarei os egípcios nas mãos de um senhor duro; e um rei rigoroso os dominará, diz o Senhor Deus dos exércitos. 1234